Dag 05 vrijdag 10 mei 2013 Puturge - Diyarbakir

Om 6.45 wordt er op de deur geklopt en komt iemand uit het dorp een dienblad eten brengen met soep en Turks brood. Hasan is niet in zijn kamer, die is het dorp al in gegaan om dit voor ons te regelen. Een uurtje later komt hij thuis, wij hebben dan onze spullen al ingepakt en nemen afscheid van deze lieve hartelijke man en bedanken hem voor de goede zorgen. We vermoeden dat hij ook een verdrietige kant heeft, wat dat is weten we niet, want hij vertelt weinig over zijn vrouw, alleen dat die in Istanbul woont. Ook heeft hij kinderen en mogelijk kleinkinderen, maar ook daar hoor je hem niet over. Verder slikt hij een behoorlijke hoeveelheid medicijnen. Hij geeft ons een brief mee die we pas mogen lezen als we weg zijn. Bij het weggaan vertellen we hem dat we een bedankbriefje op tafel hebben gelegd, maar vertellen er niet bij dat we er ook wat geld voor de gemaakte onkosten bij gelegd hebben. Ook beloven we hem foto's te sturen die we gemaakt hebben.  photo 10vanPuturgenaardeD300-indewolken.jpg Het is nog een flink eind door de bergen slingeren, soms rijden we in een dichte mist doordat de wolken tussen de bergen zijn gezakt. Een mooi gezicht maar ook oppassen, een foutje en je ligt zomaar onder in een ravijn. Het is ook oppassen om geen schildpadden tot soep te rijden. Gisteren hebben we er ternauwernood twee kunnen ontwijken die de weg overstaken. Na een uur komen we weer op de D300, het doel vandaag is Diyarbarkir, nog zo'n 150 kilometer rijden.

Dorp aan de rivier

 photo 11DorplangsD300naarDiyarbakir-Rummikub.jpgOnderweg gaan even de benen strekken in een bergdorpje, dat tegen de steile helling is geplakt. In een theehuis zijn mannen een soort Rummikub aan het spelen. Ze roepen ons naar binnen en we krijgen thee aangeboden. Hoewel we een hele tijd naar het spel zitten te kijken ontgaat ons de finesses van het spel. Om een uur of twee komen we in Diyarbakir, een uitgestrekte stad van 1 miljoen inwoners aan de oever van de Tigris. De stad heeft veel bezienswaardigheden, waarvan sommige met EEG gelden gerestaureerd worden. Geen idee waarom dit is, Turkije hoort nog steeds niet bij de EU, Brussel heeft zeker geld teveel. Diyarbarkir is de onofficiële hoofdstad van de Koerden en er wonen veel Koerdische vluchtelingen door de oorlog van de Turkse staat tegen de PKK in de jaren negentig. Volgens de Rough Guide breken er af en toe nog wel gewelddadigheden uit en vormen zakkenrollers en stenengooiers potentiële risico's. Dat laatste zullen we nog ondervinden.

Na enig zoeken vinden we een redelijke kamer in het Akdag Hotel in een rustige straat binnen het ommuurde stadsdeel. In plaats van redelijk zou de classificatie goed genoemd kunnen worden, maar de TV is een min punt. Het beeld is zwart wit met willekeurig groene strepen, ik weet niet of het een zwart wit of een kleuren TV is. Ik heb de hotelbaas er al bij gehad en hoewel ik nadrukkelijk op de groene contouren in beeld wees begreep hij niet wat ik bedoelde, hij zag niets abnormaals. Een pluspunt van het hotel is de gebedsmat op de kamer, hierop kan ik mooi wat lenigheidsoefeningen doen. De WC kan niet met een handeltje of drukknop doorgetrokken worden, je moet het hele porcelijnen bovenstuk optillen en weer terug op de plaats leggen. Maar dat geeft geen plus- of minpunten, dat is gewoon de gebruiksaanwijzing die even moet ontdekken.
Smal straatje in Diyarbakir

In de namiddag gaan we de stad verkennen. We vinden de mensen hier minder vriendelijk dan in de vorige plaatsen waar we waren. Het is te merken dat hier toeristen komen, want er zijn winkeliers die je met wat standaard Hollandse zinnetjes naar binnen proberen te lokken. Als ze roepen "kijken, kijken, niet kopen" gaan we dat ook zeker niet doen. Sterker nog, kijken doen we dan al niet eens, laat staan kopen!

In één van de drukke straten staat een kleine tank van de politie met een ronddraaiende periscopische camera op het dak. Binnen zitten twee agenten op monitoren de gang van zaken op straat in de gaten te houden.
We komen bij de Ulii Cami, de Grote moskee, een van de belangrijkste gebouwen van Diyarbakir en een van de heiligste plekken van de Islamitische wereld. Het mooie gebouw is opgetrokken uit zwart basalt afgewisseld met witte kalkstenen banden met ook een prachtig binnenplein.

Als we in wat achterafstraatjes belanden krijgen we een hele horde achterbuurtkinderen achter ons aan in de smalle straatjes en steegjes. De gezinnen in deze buurt zijn arm, veel kinderen zijn klein en mager. Eerst is het wel nog wel leuk, maar als een paar opgeschoten jongetjes ons aanklampen en bij de arm pakken en "money, money" roepen kijken we er heel anders tegen aan. Als we duidelijk maken dat we niet van hun opdringerigheid gediend zijn worden ze vervelend en besluiten we weg te gaan uit deze buurt. De brutaalste gooit ons nog steentjes achterna. Hij kan goed gooien, want hij raakt mij ook nog achter tegen mijn been. Hij heeft zeker geoefend bij relletjes die hier dus zo nu en dan plaats vinden.

Om even bij te komen gaan we koffie en thee drinken in de Hasan Pasha Inn, een vroegere karavanserai (herberg), waar nu restaurantjes in zijn gevestigd. Het is een prachtig gebouw, vanaf een zitje op het balkon hebben we mooi zicht op de bedrijvigheid beneden. Als we net rustig zitten komt er een man bij ons zitten die in redelijk Engels een gesprek aan knoopt. Wel leuk om even wat te praten, maar als hij vraagt in welk hotel we zitten, weten we al genoeg. Als hij daarna vertelt dat het leuk is om over de stadsmuren te lopen als je een gids bij je hebt en hij het gesprek hier telkens weer op terug brengt, ben ik snel met hem klaar. In mijn beste Engels maak ik hem duidelijk er bij is komen zitten om ons een gids aan te praten hij beter snel op kan hoepelen. Ik weet niet meer welk Engels woord ik voor "ophoepelen" heb gebruikt, maar hij is vlot vertrokken. Hierna krijg ik van An op de kop dat ik dit wel wat subtieler had kunnen zeggen, maar dat komt door mijn beperkte Engelse woordenschat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten